Zoals bekend is de box 3-wetgeving de afgelopen tijd erg aan verandering onderhevig. Het begon allemaal bij het zogeheten kerst-arrest in december 2021, waarin de Hoge Raad een streep zette door de toentertijd geldende box 3-wetgeving. Sindsdien is er veel gebeurd.
Inmiddels zijn we weer in een nieuwe fase beland: er ligt een wetsvoorstel waarin wordt beoogd belastingplichtigen vanaf 2028 in box 3 enkel te belasten voor het werkelijk behaalde rendement. Ondanks dat er her en der nog wat onzekerheden resteren (denk aan: welke kosten zijn nou precies allemaal aftrekbaar), zijn de belangrijkste contouren wel bekend.
Als gevolg van het vorenstaande kennen we inmiddels drie verschillende box 3 stelsels.
- Forfaitaire stelsel (2021-2027).
- Tegenbewijsregeling (2021-2027).
- Wet werkelijk rendement (v.a. 2028).
Hieronder hebben wij de belangrijkste uitgangspunten van nummer 3 opgesomd.
Kernpunten op hoofdlijnen
- Invoeringsdatum: 1 januari 2028
- Heffingsvrij vermogen: € 1.800 per persoon
- Geen schuldendrempel
- Tarief: 36%
- Verliesverrekening:
- Alleen mogelijk via carry forward met een drempel van € 500
- Niet box-overschrijdend
Hoofdregel: vermogensaanwasbelasting
Belastingheffing vindt plaats over het directe en indirecte rendement:
- Direct rendement: huur, rente, dividend
- Indirect rendement: zowel gerealiseerde als ongerealiseerde waardeontwikkelingen
Uitzondering: vermogenswinstbelasting
Voor onroerende zaken en aandelen in een startende onderneming wordt een uitzondering gemaakt. De ongerealiseerde waardeontwikkeling wordt pas belast op het moment van verkoop.
- Onroerende zaken
- Startwaarden per 1-1-2028
- Woningen: WOZ-waarde 2029 (peildatum 1-1-2028)
- Niet-woningen: waarde economisch verkeer per 1-1-2028
- Startwaarden per 1-1-2028
- Aandelen in startende onderneming
- Betreft aandelen in een BV of NV
- Oprichting max. 5 jaar geleden
- Jaaromzet ≤ € 30 miljoen
- Financieel onafhankelijk
- Betreft aandelen in een BV of NV
Tweede woning en direct rendement
De belastingheffing is afhankelijk van het gebruik van de woning:
- Verhuurd (≥ 90%): huuropbrengsten belast
- Eigen gebruik (≥ 90%): vastgoedbijtelling van 3,35% van de WOZ
- Gemengd gebruik: hoogste van bovenstaande twee wordt belast
Kosten: aftrek en verwerking
- Aftrekbare kosten (zowel bij aanwas- als winstbelasting):
- Inning, behoud en verwerving van rendement
- Voor vastgoed: onderhoud & periodieke kosten
- Voor aandelen: beheerkosten
- Inning, behoud en verwerving van rendement
- Verbeterings- en verkrijgingskosten:
- De verbeteringskosten en de kosten die worden gemaakt ter verkrijging van een bezitting worden verschillend behandeld.
- Aanwasbelasting: geldt als storting (eliminatie)
- Winstbelasting: verhoging verkrijgingsprijs (aftrek bij verkoop)
- De verbeteringskosten en de kosten die worden gemaakt ter verkrijging van een bezitting worden verschillend behandeld.
- Gemengde kosten: niet aftrekbaar