Donderdagnacht 27 oktober 2023 heeft de Tweede Kamer een groot aantal moties aangenomen waardoor het Belastingplan 2024 op veel punten wijzigt.

Verhoging tarieven van box 2 en 3 met twee procentpunt
Per 1 januari 2024 geldt een tweeschijventarief in box 2. Dit amendement regelt dat per 1 januari 2024 het hoogste tarief in box 2 wordt verhoogd van 31% naar 33%. Dit tarief geldt voor zover het belastbaar inkomen in box 2 meer bedraagt dan € 67.000 (2024). Dit amendement regelt daarnaast dat het tarief in box 3 wordt verhoogd. In het wetsvoorstel wordt voorgesteld het tarief met ingang van 1 januari 2024 te verhogen van 32% naar 34%. Door dit amendement wordt het tarief met ingang van 1 januari 2024 verder verhoogd naar 36%

Grens excessief lenen verlaagd naar € 500.000
De grens voor excessieve leningen wordt met ingang van 1 januari 2024 verlaagd van € 700.000 naar € 500.000. De Kamer wil een eind maken aan de hoge schulden bij de eigen BV van de DGA. Het aangenomen amendement betekent dat meer DGA’s inkomstenbelasting in box 2 moeten gaan betalen (namelijk over het bedrag boven € 500.000). De Belastingdienst bepaalt eind 2023 de hoogte van de schuld aan de eigen BV van de DGA. Waarschijnlijk geldt de nieuwe grens per 31 december 2024.

MKB-winstvrijstelling 0,61 procentpunt minder verlaagd
Middels dit amendement wordt de voorgestelde verlaging van de MKB-winstvrijstelling voor 2024 nagenoeg gehalveerd, waarmee de MKB-winstvrijstelling op een percentage van 13,31 procent komt. Hiermee kunnen IB-ondernemers in dit jaar een grotere aftrekpost op hun winst hanteren. Voor de periode na 2024 menen de indieners dat het aan een volgend kabinet is om te besluiten wat een gepast tarief voor de mkb-winstvrijstelling moet zijn.

Het stapsgewijs afbouwen van de IACK en het uitstellen van de afschaffing tot 2027
Dit amendement implementeert een rechtvaardiger en logischer afbouw van de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) dan de afbouw die het kabinet vorig jaar heeft voorgesteld. Dit amendement regelt twee zaken. Allereerst bouwt het amendement de IACK af in negen stappen voor alle ouders die op basis van hun inkomens- en gezinssituatie recht hebben op de IACK, inclusief ouders van kinderen geboren na 31 december 2024. Verder stelt het amendement de afschaffing van de IACK met twee jaar uit, van 2025 naar 2027. Hiermee wordt aangesloten bij het feit dat het nieuwe kinderopvangstelsel twee jaar vertraagd is en in 2027 ingaat.

Versoberen 30%-regeling
Dit amendement regelt dat per 1 januari 2024 het bedrag dat forfaitair kan worden beschouwd als een vergoeding van kosten en verstrekkingen van verblijf buiten het land van herkomst (de 30%-regeling) voor ingekomen werknemers voor ten hoogste de eerste 20 maanden kan worden gesteld op ten hoogste 30% van het belastbare loon , voor ten hoogste de daaropvolgende 20 maanden op ten hoogste 20% van dat loon en voor ten hoogste de daaropvolgende 20 maanden tot ten hoogste 10% van dat loon. Na 60 maanden is de maximale looptijd van een beschikking met betrekking tot de 30%-regeling verstreken. Bij een beschikking met een kortere looptijd dan 60 maanden gelden dezelfde percentages en perioden, waarbij het recht op toepassing van de 30%-regeling stopt op het moment dat de looptijd van de beschikking met betrekking tot de 30%-regeling is verlopen. Er geldt een overgangsregeling voor werknemers die in het laatste tijdvak van 2023 een vergoeding genoten waarvoor deze werknemers in het bezit waren van een 30%-beschikking.

Bedrijfsopvolgingsregeling en schenk- en erfrecht voor familiebedrijven
In het wetsvoorstel wordt het lage percentage van de vrijstelling going-concernwaarde van de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting (BOR) met ingang van 1 januari 2025 verlaagd van 83% naar 70%. Dit amendement zorgt ervoor dat het lage percentage niet wordt verlaagd naar 70%, maar naar 75%.