Op grond van de nieuwe regeling kunt u, indien u als gevolg van de coronacrisis te maken heeft met tenminste 20% verwachte omzetdaling, voor een aaneengesloten periode van drie maanden een tegemoetkoming in de loonkosten krijgen van maximaal 90% van de loonsom, bij bijvoorbeeld 50 procent omzetverlies wordt dat dan 45 procent van de totale loonsom. Hoe hoger de omzetdaling, hoe hoger de tegemoetkoming.

De NOW is gericht op werkbehoud; u mag in de aanvraagperiode géén ontslag op grond van bedrijfseconomische redenen aanvragen (op straffe van een boete achteraf). Tijdens toepassing van de nieuwe regeling betaalt u het loon aan de betrokken werknemers gewoon door. De NOW ziet op omzetdalingen vanaf 1 maart 2020.

In de regeling spelen twee variabelen dus een grote rol: de omzet en de loonsom. De komende dagen zal de regeling nader worden uitgewerkt door vragen en antwoorden die met betrekking tot deze regeling worden gesteld.

Omzet
Om de hoogte van de omzetdaling te bepalen, moet eerst de totale omzet uit 2019 worden gedeeld door vier. Dit bedrag wordt vervolgens vergeleken met de (verwachte) omzet in de maanden maart-april-mei 2020. Soms is een omzetdaling als gevolg van de coronacrisis echter pas later terug te zien in de omzet, daarom kan (bijvoorbeeld in het geval van een seizoenspatroon) voor de omzetvergelijking ook een periode worden aangeven die één of twee maanden later start.

Als een bedrijf uit een aantal bedrijfsonderdelen (rechtspersonen) bestaat die samen een concern vormen, wordt de omzetdaling van het totale concern aangehouden.

Loonsom
Voor de loonsom worden gegevens uit de loonaangifte bij de Belastingdienst gebruikt. Deze gegevens neemt het UWV automatisch over. De grondslag is het zogenaamde sociale verzekeringsloon. Hier komt voor alle bedrijven dezelfde opslag van 30 procent bovenop voor werkgeverslasten zoals de opbouw van het vakantiegeld, pensioen en de werkgeverspremies. Er zit daarnaast een maximum aan het loon per werknemer van € 9.538 per maand.

De loonsom in de subsidieperiode wordt vergeleken met de loonsom van januari 2020 zoals bekend bij de Belastingdienst. Als die loonsom ontbreekt, wordt de loonsom van november 2019 genomen. Om calculerend gedrag te voorkomen, worden wijzigingen in de loonaangifte van januari 2020 die na 15 maart 2020 zijn doorgegeven, voor deze regeling niet meegenomen. Vanwege het belang van de loonsom voor de subsidie is het belangrijk dat werkgevers tijdig loonaangifte blijven doen bij de Belastingdienst, ook in het geval van uitstel van betaling.

Iedereen voor wie loonaangifte wordt gedaan en die is verzekerd voor de sociale verzekeringen (WW, ZW of WIA), valt onder de loonsom waarvoor subsidie ontvangen kan worden. Ook het salaris van flexwerkers wordt gecompenseerd. Er is dus geen onderscheid naar contractvorm. Het kabinet roept werkgevers samen met de werkgevers- en werknemersorganisaties op om, indien mogelijk, flexwerkers door te betalen. Als de loonsom krimpt omdat er minder mensen doorbetaald worden, daalt de tegemoetkoming mee.

De DGA is in de meeste gevallen niet verzekerd voor de sociale verzekeringen en om die reden kan het loon van de DGA niet in de regeling worden meegenomen. Voor compensatie van het loon van de DGA wordt verwezen naar de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo regeling) die wordt uitgevoerd door de gemeentes. Daarnaast kan worden overwogen om het gebruikelijk loon tijdelijk te verlagen (en qua hoogte te laten aansluiten bij de voorwaarden van de NOW-regeling).

Aanvragen, voorschot en uitbetalen
UWV streeft ernaar om de regeling vanaf 6 april 2020 open te stellen, maar is deze week nog bezig met de laatste testen voor de uitvoering van de regeling. De aanvraagperiode loopt tot en met 31 mei 2020. Werkgevers geven bij de aanvraag de verwachte omzetdaling op. Als UWV positief oordeelt, keert UWV een voorschot van 80% uit. Dat gebeurt in drie termijnen. Het eerste deel van het voorschot wordt uitgekeerd binnen twee tot vier weken na de indiening van de aanvraag, al verwacht UWV dat dit voor de meeste bedrijven sneller kan.

Binnen 24 weken na afloop van de periode waarover de NOW is toegekend, dient de werkgever vaststelling van de subsidie aan te vragen. In beginsel is hiervoor een accountantsverklaring vereist. Vervolgens zal UWV binnen 22 weken een eindafrekening opstellen. Die kan hoger of lager uitvallen dan bij de eerste opgave werd verwacht. Bedrijven met acute liquiditeitsproblemen kunnen worden geholpen met de andere maatregelen uit het noodpakket.

Het kabinet neemt de uitzonderlijke stap tot loontegemoetkoming om snel grote aantallen bedrijven en hun medewerkers de crisis door te helpen. De Tweede Kamer heeft inmiddels ingestemd met de extra uitgave van tien miljard euro voor deze regeling. En UWV zet zich tot het uiterste in om werkgevers snel te kunnen helpen. Maar de grote verschillen tussen bedrijven, de urgentie, de uitvoerbaarheid en het belang van het tegengaan van oneigenlijk gebruik maken dat er bij deze noodmaatregel weinig ruimte is voor bedrijfs- en sectorspecifieke verschillen. Sommige bedrijven zullen daarom minder goed of niet bereikt worden.

Het kabinet zal monitoren wat de precieze werking van de maatregel is en – indien nodig en mits uitvoerbaar – aanpassingen doorvoeren. Daarnaast is het, gezien de snelheid waarmee deze regeling is ontwikkeld, onvermijdelijk dat UWV de komende tijd nog uitdagingen in de uitvoering het hoofd zal moeten bieden.