Op 5 oktober 2020 is een nota van wijziging op het met Prinsjesdag ingediende wetsvoorstel Belastingplan 2021 aan de Tweede Kamer gezonden. Er wordt voorgesteld om de regels voor de verliesverrekening in de vennootschapsbelasting te wijzigen.
Als de wetswijziging wordt aangenomen, treden de regels per 1 januari 2022 in werking. De regels hebben gevolgen voor ondernemingen met aanwezige verliezen.

Huidige regeling
Op dit moment kunnen verliezen in de vennootschapsbelasting worden verrekend met de winsten van het voorgaande jaar en de winsten van de zes volgende jaren.
In een winstjaar is de volledige belastbare winst beschikbaar voor verliesverrekening. Er geldt op dit moment dus geen maximumbedrag aan verliesverrekening per jaar.

Voorgestelde wijzigingen
Het kabinet stelt voor om de verliesverrekeningsregels op drie punten te wijzigen:
De voorwaartse verliesverrekeningstermijn (carry-forward) van zes jaar vervalt. Een verlies wordt daardoor onbeperkt in de tijd voorwaarts verrekenbaar. De achterwaartse verliesverrekeningstermijn (carry-back) blijft één jaar.
Voor zover de belastbare winst over een jaar € 1 miljoen of minder is, kan die belastbare winst helemaal worden gebruikt voor de verrekening van een verlies uit een ander jaar.
Voor zover de belastbare winst over een jaar meer is dan € 1 miljoen, kan slechts de helft van die belastbare winst boven € 1 miljoen worden gebruikt voor de verrekening van een verlies uit een ander jaar.

Volgens het voorstel gaan deze regels in vanaf boekjaren die starten op of na 1 januari 2022. Dit betekent dat deze regels ook gaan gelden voor verliezen die op dat moment nog openstaan. Het gaat om verliezen die zijn geleden in boekjaren die zijn gestart op of na 1 januari 2013 en die nog niet verrekend zijn.